Kies steeds de zin die het verhaal het beste samenvat.
Op de lagere school krijg je al Engelse les en je vindt het leuk om een nieuwe taal te leren. Dan krijgen je ouders vrienden uit het buitenland op bezoek en er is een jongen van jouw leeftijd bij. Jullie ouders gaan naar de stad, maar jij blijft met die jongen thuis. Jullie gaan samen een film kijken. Je vindt hem heel aardig. Je bent blij dat je al zo goed Engels spreekt, omdat hij geen Nederlands spreekt en jullie elkaar toch kunnen begrijpen.
Mieke ging op woensdagmiddag met haar moeder boodschappen doen. Toen haar moeder de deur achter zich dichttrok, merkte ze dat ze haar sleutelbos had vergeten. Ze liep even naar de buurvrouw om de reservesleutel op te halen maar de buurvrouw was niet thuis. Mieke en haar moeder moesten nu naar de bushalte lopen. Toen ze in het dorp waren aangekomen, moest Mieke haar vader bellen om te vragen of hij eerder thuis kon komen. Mieke ging met haar moeder boodschappen doen en toen ze thuiskwamen was haar vader er al en konden ze gewoon het huis in.
Over drie weken ben je jarig en je besluit een feestje te geven. Je nodigt je klasgenoten uit en een paar vrienden uit de buurt. Iedereen komt rond de afgesproken tijd en je geeft ze een stuk taart. Jij hebt een heleboel cadeautjes tegelijk gekregen en je weet niet welke je als eerste moet uitpakken. Als je ze eenmaal hebt uitgepakt, ga je iedereen bedanken en schenk je iedereen nog iets in. Het is een leuk feestje, maar je hebt het wel een beetje te druk om er echt van te genieten.
Woensdag heb je voor het eerst een spreekbeurt. Je hebt je goed voorbereid maar toch ben je heel erg zenuwachtig. Je bent bang dat je alles vergeet wat je moet zeggen of dat je gaat stotteren. Je hebt de kernpunten op een briefje geschreven en een paar keer voor de spiegel geoefend. Tijdens de les moest je als tweede een spreekbeurt houden en de zenuwen gierden door je keel. Toen je begon met spreken viel het eigenlijk best mee. Je keek de klas in en iedereen luisterde naar je. Toen de leerlingen vragen gingen stellen, kon je ze allemaal beantwoorden en je vond het leuk om over je onderwerp te vertellen. Je kreeg zelfs een acht.
Vandaag ga je voor het eerst met je oudere neef en een paar vrienden naar een voetbalwedstrijd. Onderweg in de trein hebben jij en je vrienden veel lol. Als jullie eenmaal bij het voetbalstadion zijn aangekomen, moeten jullie lang in de rij staan. Eindelijk zijn jullie binnen en hebben jullie mooie plaatsen. Het stadion is helemaal vol maar jullie kunnen alles goed zien. De wedstrijd is spannend en vliegt voorbij. Aan het eind van de middag praat iedereen na over de spannende wedstrijd.
Mijn tante heeft een poes, Bertje, die veel van eten houdt. Een keer in de twee weken ga ik bij mijn tante logeren. Bertje slaapt altijd bij mij op bed. 's Ochtends gaat Bertje met me mee naar de keuken en dan geef ik haar wat brokjes. Dan ga ik met mijn tante ontbijten en komt Bertje op tafel zitten. Soms mag Bertje een stukje van mijn broodje hebben. Daarna, als ik samen met mijn tante boodschappen heb gedaan, klimt Bertje in de tas en haalt hij de lekkere dingen uit de tas. Dan moeten we de boodschappen snel opruimen en krijgt Bertje een snoepje omdat het zo'n lieve poes is.
Vandaag is je moeder jarig en jij hebt samen met je zus een mooi horloge voor haar gekocht. Als jullie de kamer binnenkomen, zien jullie dat je moeder hetzelfde horloge in haar hand heeft. Je vader heeft er ook een gekocht. Dan besluiten jullie om naar de winkel te gaan om het horloge te ruilen voor een paar oorbellen. Als jullie het cadeautje aan je moeder geven, is ze heel blij met de oorbellen. Gelukkig heeft ze die nog niet gekregen.
Op een morgen werd Ruud wakker en hij voelde zich niet lekker. Hij had last van keelpijn, hij voelde heel warm aan en hij moest erg hoesten. Hij riep zijn moeder en vertelde haar dat hij zich niet lekker voelde. Zijn moeder zei dat ze misschien wel wist wat er met hem aan de hand was. Ze pakte de thermometer en ging de temperatuur van Ruud opnemen. Toen ze klaar was zei ze dat hij koorts had, bijna veertig graden. Ruud had griep. Hij moest een paar dagen in bed blijven en hij kreeg een paar aspirines van zijn moeder.
Michiko mocht van haar ouders kiezen welk muziekinstrument ze wilde bespelen. Het was een moeilijke keuze, want er waren een heleboel instrumenten die ze leuk vond. Na lang twijfelen tussen piano en viool, koos ze voor de laatste. Ze kreeg van haar ouders een viool. Michiko moest elke woensdagmiddag en elke zaterdag naar de muziekschool om lessen te volgen.
Arnold gaat voor zijn oom en tante koken. Hij houdt veel van koken en wil zijn oom en tante op deze manier verrassen. Hij heeft een pastarecept uit een kookboek opgezocht en alle boodschappen in huis gehaald. Als zijn oom en tante thuiskomen uit de stad, begint Arnold met de voorbereidingen. Na een kwartiertje is alles klaar. Arnold had van tevoren de tafel al gedekt, dus hij kan het eten gelijk opscheppen. Arnold is erg benieuwd wat zijn oom en tante van het eten vinden. Ze nemen een paar happen en ze zeggen dat het heerlijk is. Arnold is zelf ook tevreden over zijn kookkunst.
Tegenwoordig kun je in Nederland overal pizza eten en zijn pizza's gewoon in de supermarkt te koop. Vroeger waren er in Nederland geen pizza's, het is namelijk een typisch Italiaans gerecht. De pizza is ontstaan in de stad Napels. Het was een gerecht van arme mensen. Ze maakten van deeg een bodem en gooiden er van alles op dat ze over hadden van andere gerechten. Het gerecht is eerst in Italië populair geworden en nu wordt door mensen over de hele wereld pizza gegeten.
Marleen houdt erg van stripboeken. Vroeger las ze altijd de Donald Duck maar nu ze wat ouder is, leest ze veel andere stripboeken, zoals Guust Flater. Elke zaterdag gaat ze met haar oom naar de stad. Haar oom houdt ook van strips en samen gaan ze dan naar een winkel die heel veel stripboeken verkoopt. Ze mag elke week een stripboek van hem uitzoeken.
Heleen en André hebben de allerliefste opa en oma van de hele wereld. Elke zaterdag komen ze langs en gaan ze iets leuks doen met Heleen en André. Als het mooi weer is, gaan ze bijvoorbeeld naar het park om een stuk te wandelen. Daarna gaan ze in een restaurant lunchen en krijgen Heleen en André een pannenkoek. Als het slecht weer is, hebben opa en oma taartjes bij zich. Dan eten ze samen een gebakje en drinken ze iets.
Op een middag komt de buurjongen bij André spelen en hij neemt zijn hond Castor mee. Het is lekker weer dus gaan ze in de tuin zitten. Castor mag met de hond van André, Teddy, spelen. André is druk met de buurjongen aan het praten en Castor en Teddy zijn druk aan het spelen. Opeens zien ze Castor uit de struiken komen. Zijn kop zit onder het kroos. Het blijkt dat Teddy in de sloot is gevallen en dat Castor hem heeft gered.
Sandra ging met haar vriendin Mieke met de trein naar Zandvoort. Ze wilden een strandwandeling maken. Toen ze vertrokken was het erg mooi weer. Maar toen ze in Zandvoort waren aangekomen, begon de lucht te betrekken. Omdat ze dachten dat het snel weer mooi weer zou worden, begonnen ze aan de wandeling. Na een half uur begon het heel hard te regenen en werden ze kletsnat. Ze gingen in een strandtent schuilen en dronken een kopje warme chocolademelk.
Boudewijn heeft met zijn moeder Koninginnedag gevierd. Elk jaar staan hij en zijn moeder vroeg op om naar de koningin te kijken. Daarna gaan ze samen naar de vrijmarkt waar een heleboel mensen staan die van alles verkopen. Het is overal druk en iedereen loopt met oranje hoedjes, slingers en ballonnen. Nadat ze een tijdje op de vrijmarkt hebben rondgekeken, gaan Boudewijn en zijn moeder altijd iets drinken in een café, waar Boudewijns vader op hen wacht. Daarna gaan ze met zijn allen in een restaurant eten. Koninginnedag is voor Boudewijn een echte feestdag.
Zaterdag is het moederdag en Anita heeft een plan bedacht om haar moeder te verwennen. Ze is gisteren met een vriendin naar de stad geweest om een mooi cadeau voor haar moeder te kopen. Ook maakt ze een mooie tekening met een gedicht erop. Als het zaterdag is, staat Anita vroeg op om haar moeder ontbijt op bed te brengen. Ze pakt het cadeau en de tekening en ze neemt alles mee naar boven. Haar moeder is blij en verrast als ze ziet wat Anita heeft gedaan.
Nederland is een van de weinige landen waar het sinterklaasfeest wordt gevierd. In Engeland weten de mensen wel wie sinterklaas is, maar daar komt hij geen cadeautjes brengen. In Amerika hebben de mensen nog nooit van sinterklaas gehoord en hebben ze een kerstman die cadeautjes langs brengt. Alleen in een deel van België komt de sint ook langs. Hij zal het wel te druk hebben in Nederland om in andere landen cadeautjes te bezorgen.
Met oud en nieuw wordt het oude jaar afgesloten en het nieuwe jaar verwelkomd. Iedereen viert dan feest. Er wordt 's avonds lekker gegeten en daarna kijken veel mensen naar de oudejaarsconference op televisie. Om twaalf uur wenst iedereen elkaar een gelukkig nieuwjaar. Dan gaat iedereen naar buiten om vuurwerk af te steken. Dat is een feestelijk gezicht en volgens het oude volksgeloof jaagt het vuurwerk de boze geesten weg.
Het schaakspel is afkomstig uit Indië. Voordat het spel naar Europa kwam, had het andere spelregels en een andere betekenis. Het was een onderdeel van het maanfeest, een religieus feest in Indië. Toen het schaakspel in Europa kwam, zijn de regels gewijzigd. Ook is het schaakspel het godsdienstige aspect kwijtgeraakt. Zo zie je maar dat de spelletjes die je nu speelt hun eigen geschiedenis hebben.
De vorige keer dat ik mijn opa zag was het mooi weer. We hebben buiten op het dakterras koffie gedronken. Opa vertelde over een film die hij de vorige avond op televisie had gezien. Na de koffie heeft mijn moeder broodjes gemaakt en hebben we lekker gegeten. Daarna ging opa even op de bank liggen. Toen opa was uitgerust, kwam hij nog even bij ons zitten en nadat hij van iedereen afscheid had genomen, ging hij met de auto naar huis. Het was een gezellige dag.
Afgelopen week heeft het de hele week gesneeuwd. De sneeuw is blijven liggen en Jacco was erg blij. Hij heeft een vriendje opgebeld en ze hebben afgesproken dat ze vrijdagmiddag een sneeuwpop zouden maken. Jacco had een wortel uit de kast gepakt; dat werd de neus van de sneeuwpop. Zijn vriendje had twee kastanjes meegenomen; dat werden de ogen. Toen de sneeuwpop af was, kreeg hij nog een oude das om en een baseballpet op. Ze noemden de sneeuwman Rocco.
Koos is met zijn ouders op vakantie geweest en er zijn een heleboel foto's gemaakt. Als de foto's zijn ontwikkeld, krijgt Koos er ook een paar. Omdat hij die foto's niet zomaar rond wil laten slingeren, gaat Koos naar de winkel om een fotoalbum te kopen. Hij plakt alle foto's in het album en schrijft er stukjes bij over de vakantie.
Karin gaat met haar ouders een weekend naar een hotel. Het is de eerste keer dat ze in een hotel is geweest en ze vindt het erg leuk. Er wordt 's ochtends ontbijt op bed gebracht. Dan gaat ze naar het zwembad. Als ze zich voor het middageten op haar kamer gaat omkleden, is het bed voor haar opgemaakt. Ze gaat op haar kamer nog wat lezen en televisie kijken en dan gaat ze slapen.
Veel dieren hebben een methode om zich tegen de kou te beschermen. Een aantal dieren zoekt een rustige plek op om te gaan slapen en houdt dan een winterslaap. Deze dieren behoren vaak tot de koudbloedige dieren: hun lichaamstemperatuur past zich aan de omgeving aan. De warmte die nodig is om te leven verdwijnt en de dieren hebben nog maar weinig energie over om iets te gaan doen. Zo kunnen ze de hele winter door slapen en hebben ze weinig last van de kou.