LES 6

Zoek de stam of de ik-vorm

Klik pas op controle wanneer je denkt dat je helemaal klaar bent.

Succes!

 

worden loten slurpen lezen blaffen landen draven rusten roeien halen leven hebben branden meten geven schudden gooien zitten vinden betalen hoesten gaan vertellen schieten zetten blijven missen vangen planten bidden horen zingen verhuizen huren bakken staan fluiten sparen kussen suizen spreken bruisen schoppen knallen spelen willen gummen toesturen pluizen snuiven bedanken groeien staan verven opletten erven grazen kijken lopen wrijven