Bijwoorden 1

Schrijf de bijwoorden in de witte vakjes. Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent.

Jouw broer zwemt goed.
Mijnheer Jansen kan prachtig vertellen.
Wat kun jij mooi tekenen!
Jammer, dat je zo slecht schrijft!
Eet vlug je bord leeg, Jan.
Ik heb een buitengewoon spannend boek.
Ingrid heeft een erg mooie japon aan.
Waar heb je dat horloge gevonden?
De soldaten vochten dapper.
Ze verzetten zich fel tegen een zeer groot leger.
Vrolijk scheen het zonnetje door de ramen.
Een erg dikke mijnheer fietste ons hard voorbij.
Wat gaat dat vliegtuig snel.
Die planten groeien slecht.
Je moet ze beter bemesten.
Hoe kom jij aan dat kwartje?
De raketten suizen zeer snel door de lucht.
De spreker praat veel te lang.
Kun jij ver gooien?
Jan gooit erg hoog.
Daar kom ik nooit.
Fel verdedigde de moervos haar jongen.
Het heeft vannacht behoorlijk gevroren.
De rode azalea bloeit mooi.

 

Is jouw score hoger dan 85%, ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan 85%, bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.