Wat is de eerste zin? - Cito 2003
In een husselverhaaltje staan de zinnen niet in de goede volgorde.
Ook kan het voorkomen dat er een zin staat, die er helemaal niet in thuishoort.
Het is de bedoeling dat je toch ontdekt met welke zin het verhaaltje eigenlijk hoort te beginnen.
Wat is de eerste zin?
- Alle bomen en struiken leken precies op elkaar.
- Hij liep in een groot bos.
- Het was er bovendien erg donker en heel stil.
- Hij wist dan ook echt niet meer welke kant hij uit moest.
Wat is de eerste zin?
- "Het wordt dan een soort hondenboek," zegt Anita.
- "Misschien is hij wel wat eng met zijn grote bek, maar dat is juist wel leuk."
- "Wat voor een boek zou je nog eens willen schrijven?"
- "Een boek over mijn hond, dat lijkt me leuk."
- "Het is een heel grote hond van een Iers ras."
Wat is de eerste zin?
- Na een grote vernietigende lawine raakte Baas bedolven onder de sneeuw.
- Lang geleden wandelde de elfjarige Baas in het met prachtige sneeuw bedekte bergland.
- Dorpsbewoners dachten dat de kwade geesten daar verantwoordelijk voor waren.
- De winter was zo streng dat jaar, dat er nauwelijks meer te eten was.
- Ze sloten vriendschap, maar dat was zeer tegen de zin van de dorpsbewoners, want die dachten dat Kingut één van de geesten was.
Wat is de eerste zin?
- Toen ik klein was, was ik anders dan iedereen bij ons thuis.
- Mijn moeder was dus niet mijn moeder en mijn vader niet mijn vader.
- Dat kwam volgens mijn vader omdat ik als baby achter een boom gevonden was.
- Ik leek niet eens op mijn vader, moeder of zussen.
Wat is de eerste zin?
- Eén van de interessantste uitvindingen van de negentiende eeuw is de stoomlocomotief.
- Maar het bleef een hulpmiddel voor voertuigen die met spierkracht van mensen of dieren werden voortbewogen.
- Deze diende in de mijnen van Bohemen en Engeland om het transport van erwtswagens te vergemakkelijken.
- Het gebruik van rails is overigens van een andere datum.