Wat zegt iets over de betekenis van het dikgedrukte woord?

De opgaven hebben uit vier of vijf antwoorden. Kies steeds het antwoord dat volgens jou het beste antwoord is. Wanneer jouw eerste keuze fout is, zoek je door naar het juiste antwoord. Veel succes ermee!

1. achterdochtig

   1.   ?    bedroefd
   2.   ?    nadenkend
   3.   ?    wantrouwig
   4.   ?    niet ijverig
   5.   ?    vermoeiend

2. achterbaks
   
   1. een speciaal soort drukwerk
   2. voorschriften waaraan je je moet houden

   1.   ?    trouw
   2.   ?    verborgen
   3.   ?    beschut
   4.   ?    onbetrouwbaar

3. complot
   
   1. het belangrijkste
   2. de hoofdzaak

   1.   ?    truc
   2.   ?    samenzwering
   3.   ?    mengsel
   4.   ?    iets dat onvindbaar is
   5.   ?    wonder

4. uiten
   
   1. zebrapad
   2. oversteekplaats

   1.   ?    de natuur in gaan
   2.   ?    naar buiten brengen
   3.   ?    gezicht schoonmaken
   4.   ?    op vakantie gaan
   5.   ?    iets niet onthouden

5. revanche
   
   1. archeoloog
   2. architect

   1.   ?    soort overstroming
   2.   ?    duikvlucht
   3.   ?    wraak
   4.   ?    soort heimwee

6. ingreep

   1.   ?    soort hengel
   2.   ?    iets waaraan een gordijn kan hangen
   3.   ?    soort maatregel
   4.   ?    onderzoek

7. onafhankelijk

   1.   ?    verboden
   2.   ?    niet verplicht
   3.   ?    niet gebonden
   4.   ?    hoog en veel
   5.   ?    niet gezond

8. een goede reputatie

   1.   ?    een goede sollicitatie
   2.   ?    een goede naam
   3.   ?    een duidelijke mening
   4.   ?    een goed tijdstip
   5.   ?    een groot publiek amuseren

9. feilloos

   1.   ?    zonder gereedschap
   2.   ?    zonder geluk
   3.   ?    zonder fouten
   4.   ?    met veel details
   5.   ?    met moeite

10. absurd

    1.   ?    zeer sterk
    2.   ?    erg zuur
    3.   ?    zeer vreemd
    4.   ?    erg beledigend
    5.   ?    zeer glad

11. mokken

    1.   ?    boos zijn en er niet over praten
    2.   ?    zich niet aan een afspraak houden
    3.   ?    pijn in de gewrichten hebben
    4.   ?    uitrusten na een zware inspanning
    5.   ?    snel iets opdrinken

12. klam

    1.   ?    hartig
    2.   ?    diep
    3.   ?    vochtig
    4.   ?    pijnlijk
    5.   ?    bedrieglijk

13. afwijzen

    1.   ?    zonder keus
    2.   ?    niet vrolijk willen zijn
    3.   ?    iets zomaar veranderen
    4.   ?    iets niet goed vinden
    5.   ?    met elkaar overleggen

14. permanent

    1.   ?    streng
    2.   ?    onhoudbaar
    3.   ?    verkeerd
    4.   ?    blijvend
    5.   ?    zwaar

15. ravage

    1.   ?    groot gebouw
    2.   ?    grote rommel
    3.   ?    feestelijke versiering
    4.   ?    waterval
    5.   ?    paardenrace

16. gekissebis

    1.   ?    ruzie om een kleinigheid
    2.   ?    geschreeuw
    3.   ?    lachen om iets geks
    4.   ?    opzettelijk deftig praten
    5.   ?    liegen over wat andere mensen doen

17. resteren

    1.   ?    diep ademhalen
    2.   ?    overblijven
    3.   ?    uitrusten
    4.   ?    nadenken
    5.   ?    iets afspreken

18. incident

    1.   ?    brandbestrijding
    2.   ?    gebeurtenis of voorval
    3.   ?    veilige bergplaats voor gevaarlijk vuil
    4.   ?    plaats waar veel mensen samenkomen
    5.   ?    oude naam voor woonplaats

19. forceren

    1.   ?    africhten van wilde dieren
    2.   ?    een reis voorbereiden
    3.   ?    met geweld openmaken
    4.   ?    met plezier werken
    5.   ?    achter een scherm verbergen

20. struinen

    1.   ?    betrapt worden
    2.   ?    wegrennen
    3.   ?    muziek maken
    4.   ?    zoekend rondlopen
    5.   ?    geschrokken om zich heen kijken