Lidwoorden 1

Zoek het goede lidwoord bij het zelfstandig naamwoord dat er achter staat.

Je kunt kiezen door op het driehoekje te klikken.

Je moet wel eerst bekijken of je een bepaald of een onbepaald lidwoord moet kiezen.

Klik daarvoor op het vraagteken te klikken.

Ik zie hoe bakker taart bakt.
In boom zat zanglijster.
Weet je dat huis van mijn oom in mooie straat staat?
Voor kerk staat hoge boom.
Ik weet dat rivier naar Noordzee stroomt.
Mijn broer wil appel.
Onze kip legt elke dag ei.
Nog steeds brandt lantaarn voor onze school niet.
Piet ving vorige week snoek.
Hij zag dier in gracht zwemmen.

Jelle zit in box met blokken te spelen.
In herfst hebben we naar paddestoel gezocht.
Deze boer bleek ooit paard te bezitten.
In tuin bloeiden gladiolen en rozen.
Tijdens voorjaar schijnt zon meer dan in herfst.
Wanneer heeft dorp kerk met hoge toren gehad?
Gaan jullie met bus of met trein naar stad?
Toen kwam juffrouw verhaal uit boek vertellen.
Jan heeft bok met touw vastgebonden.
Wat is winter dit jaar al vroeg ingevallen!

 

Is jouw score hoger dan 85%, ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan 85%, bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.

HOME