Afkortingen 1

Schrijf de uitleg van de afkortingen in de witte vakjes.

Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

a.h.w.
t/m

i.z.g.st.

ct.

t.k.

t.h.

z.g.a.n.

bijv.

a.u.b.

km
tel.
nr.

inl.

a.s.

d.m.v.

i.p.v.

i.v.m.

m.a.w.

m.i.v.

s.v.p.
t.a.v.
ma.

wo.

d.w.z.

z.s.m.

enz.

o.a.

mevr.

jr.

sr.

 

 

Is jouw score hoger dan 85%, probeer dan ook eens oefening 2

Is jouw score lager dan 85%, bekijk dan het woordenboek eens en vraag na bij de juf of meester.