Bijzondere hoeveelheden

Kies de juiste hoeveelheden bij de zelfstandig naamwoorden.

Gebruik ze allemaal één keer.

Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

 pak - klontje - fles - scheutje - takje - teentje - paar - stukje - liter - karaf

Als ik vlees braad, doe ik dat in een olijfolie.
Daarbij doe ik een knoflook en een peterselie.
Hierbij kook ik rijst in een water.
In Frankrijk staan bij elke maaltijd een wijn en een water op tafel.
Ook smeren wij vaak een kruidenboter op een stokbrood.
Voor de pannenkoekjes heb ik een meel en een eieren nodig.

 glas - toefje - plakje - snufje - moot - schijfje - bolletje - puntje - tros - kopje

Wij Fransen eten vaak een vis met een citroen.
In uiensoep doe ik vaak een zout.
In Frankrijk snijden wij niet een kaas maar een camembert.
Als dessert staat er ook een schaal met een druiven.
Als toetje eten wij soms een ijs met een slagroom
Na de maaltijd drinken mijn broer en ik een thee en mijn vader een cognac.

 

Is jouw score hoger dan 85%, dan beheers je de hoeveelheden voldoende. Gefeliciteerd!

Is jouw score lager dan 85%, vraag dan nog eens om hulp bij jouw juf of meester.