Taalbeschouwing

 

 

- Samenstellingen -

Twee woorden kunnen samen een nieuw woord opleveren. Er zijn echter wel schrijfregels voor de tussenklanken bij samengestelde woorden.

  • Je schrijft -en als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen maar een meervoud heeft op -(e)n

     

    Voorbeeld:

    paard & paarden

    paard + stal

    paardenstal

    pan & pannen

    pan + koek

    pannenkoek

     

  • Je schrijft -e bij samenstellingen waarvan

     

    • het eerste deel geen meervoud kent

Voorbeeld:

rijst

rijst + pap

rijstepap

gerst

gerst + nat

gerstenat

  • het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat (ook) een ander meervoud heeft dan op -(e)n

Voorbeeld:

enkelvoud meervoud    
hoogte

hoogten & hoogtes

hoogte + vrees

hoogtevrees

ruimte

ruimten & ruimtes

ruimte + vaart

ruimtevaart

  • in het eerste deel iets wordt benoemd waarvan er maar één is

Voorbeeld:

zon

zon + schijn

zonneschijn

koningin

koningin + dag

Koninginnedag

  • Je schrijft geen tussen -n als het eerste deel

  • alleen een versterkende of waardebepalende functie ten opzichte van het tweede deel heeft

Voorbeeld:

Maar wel weer:

apetrots

beregoed

reuzeleuk

apenrots

berenvel

reuzenlaars

  • een dierennaam is en het tweede deel een plantkundige aanduiding

Voorbeeld:

Maar wel weer:

paardebloem

kattekruid

paardenwagen

kattenvoer

  • een lichaamsdeel is en het hele woord een zogenaamde versteende samenstelling

Voorbeeld:

Maar wel weer:

*

kinnebak

ruggespraak

hartelust *

billenkoek

hartenkreet *

 

Wat precies wel of niet versteend is, is dus een beetje onduidelijk.

  • of één van de delen niet meer herkenbaar is in de oorspronkelijke betekenis

Voorbeeld:

Maar wel weer:

*

kattebelletje *

paddestoel *

kattenvoer

paddentrek

 

Als het goed is denk je daarbij niet aan katten en padden.
 

  • Je schrijft een -s- tussen de twee woorden van een samenstelling als je die -s- ook hoort in het woord

Voorbeeld:

dame + fiets

damesfiets

dokter + tas

dokterstas

  • Soms komt er een dubbele s. Dat komt dan omdat het tweede woord begint met een s.

     

    Voorbeeld:

    meisje + stem

    meisjesstem

    dorp + straat

    dorpsstraat

     

    • Twijfel je of je zo'n woord met een dubbele s moet schrijven, vervang dan het woord met de s door een ander woord.

Maar natuurlijk geen extra s bij zoiets als:

kruis + spin

kruisspin

 

Oefening 1

Oefening 2