Aanwijzend voornaamwoord
Het verwijst
naar iets of naar iemand.
|
|
|
Vragend voornaamwoord
Het vraagt naar de naam of een bijzonderheid van iets of
iemand.
|
Deze, die, dit, dat, gene,
gindse, zo'n, zulke, zelfde |
|
|
Wie, wat, welke, wat voor
(één) |
Voorbeeld: |
|
|
Voorbeeld: |
Deze jongen sport.
Dat meisje speelt
gitaar.
Onder gindse bomen is
het koel.
Dit huis wordt
binnenkort gesloopt.
Zij liep aan gene
zijde van de rivier. (= overkant) |
|
|
Wie komt daar
aangelopen? Het is Jan.
Welke jurk trek je
vanavond aan? De rode.
Wat heeft jouw vader
gezegd? Het gaat regenen.
Wat voor een diskman
heb je daar? Een Philips.
|
Denk er wel om:
Niet elke vragende zin begint
met een vragend voornaamwoord.
De woorden wanneer, waar,
hoe, waarom, waardoor, zijn
bijwoorden.
Voorbeeld: |
Wanneer komt je oom?
Waar wonen jullie?
|
wanneer
hoort bij
komt
waar hoort bij
wonen |
We noemen ze trouwens wel
vragende bijwoorden. |