Schrijf de woorden in de witte vakjes. Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent.
Je kent nu al het verschil tussen een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord? Dan zou je nu ook deze oefening moeten kunnen maken. Probeer van ieder voornaamwoord aan te geven of het een persoonlijk voornaamwoord (pvnw) of een bezittelijk voornaamwoord (bvnw) is. Klik op het zwarte driehoekje en er verschijnt een keuzemenu.
Er is echter nog een ding dat je moet weten.
Voorbeeld:
Mijn jas en de jouwe zijn allebei blauw.
Woorden zoals jouwe zijn ook een bezittelijk voornaamwoord, dat nu echter zelfstandig gebruikt is. We noemen dat eigenlijk een zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord maar jij mag in deze oefening kiezen voor een bezittelijk voornaamwoord (bvnw).