Zoek de werkwoorden in de zin

Zoek de werkwoorden in de zin. Typ de infinitief (hele werkwoord) in het vakje achter de zin.

Je kunt hier met de muis zoeken in de zin.

 Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

Piet vist in de vijver.
Hij plukt de appels van de boom.
Wie klopte daar aan de deur?
De muzikanten bliezen een pittige mars.
Onze kat vangt vaak muizen.
Een mug stak Jan in de neus.
Twee honden vochten om een been.
De tuinman maait het gras.
Hij poot de bollen in onze tuin.
Gisteren snoeide hij de struiken.
Het schip strandde op de rotsachtige kust.
De zeelui zwommen naar de wal.
Een helikopter redde twee mannen van een vlot.
De brandweer blust de brand met tien stralen.
Boer Jansen ploegde zijn akker.
Gijs schreef een brief aan zijn neef.
Het ventje gooide een steen door de ruit.
Gistermorgen botsten hier twee auto's op elkaar.
Carolien danste van pret.
Wie het laatst lacht, lacht het best.

 

Is jouw score hoger dan 85%, ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan 85%, bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag hulp aan de juf of meester.