Het werkwoordelijk gezegde deel 1
1. Pieter wil iets over een werkstuk vertellen.
2. Kun jij mij de dierenencyclopedie geven, Murat?
3. Ik breng Shirley onmiddellijk de atlas.
4. Ik ga de meester maar even iets vragen.
5. Lotte heeft prachtige platen gevonden in de dierenencyclopedie.
6. Lisa heeft een boek over Egypte uit de kast gepakt.
7. Ze leest het boek aandachtig door.
8. Misschien kun je opa nog iets over de oorlog vragen.
9. Zullen we bij een reisbureau folders over Amerika vragen.
10. Zou je wel weer een werkstuk over stripboeken gaan maken?
11. Gaaf, Wesley, dit moet je je vader laten zien!
12. De meester zal zeker een hoog punt voor onze werkstukken geven.
13. Ik heb wel twintig nieuwe boeken gekregen.
14. Mijn aardrijkskundeboek is al eerder gebruikt.
15. Ik kan die hele stapel boeken bijna niet dragen.
16. Wie heeft mijn nieuwe boekentas al gezien?
17. Ingrid wil haar wiskundeboek aan haar vorige juf laten zien.
18. Heb jij ook een Engels woordenboek gekocht?
19. Josje moet al haar boeken nog kaften.
20. Of zou haar zus dat misschien willen doen?
21. Voor biologie hebben we een boek en een werkschrift.
22. Je moet zuinig met deze dure boeken omspringen.
23. Deze schriften en mappen had Yilmaz vorige week al gekocht.
24. Zijn jouw boeken al besteld?
Einde deel 1
Wanneer jouw eindscore hoger is dan 85%, mag je verder gaan met deel twee. (klikken)
Is de score lager dan 85%, dan zul je nog meer uitleg en oefeningen krijgen bij jouw leerkracht.