Het werkwoordelijk gezegde deel 3
49. Kees fietst onmiddellijk naar huis.
50. Vader graaft een metersdiepe vijver
51. Martijn loopt wekelijks een halve marathon.
52. Ik schenk haar een zelfgemaakt houten doosje.
53. Zij slijpt haar potlood voor de twaalfde keer.
54. De mensen werden haast onder de voet gelopen.
55. Hij heeft vier hamburgers besteld.
56. Ik heb vanmorgen tot elf uur geslapen.
57. De zon heeft de hele dag geschenen.
58. Zij heeft mij een ijsje aangeboden.
59. Hij heeft haar beker in één keer leeggedronken.
60. Door Tineke is mijn bloeddruk flink gestegen.
61. Ik heb mijn vakantievriendin een lange brief gestuurd.
62. Je kunt mij nog meer vertellen.
63. Wat zullen we de juf voor haar verjaardag geven?
64. Wil jij meneer Alex even deze boeken brengen?
65. Mag ik jou iets vragen?
66. Ik laat Kim mijn nieuwe agenda zien.
67. Hajnita zit nog maar kort op deze school.
68. De meester heeft jullie een gemakkelijke toets laten maken.
69. Ik ga dit in de encyclopedie opzoeken.
70. Je kunt mijn walkman wel een keer lenen.
71. Het werkwoordelijk gezegde kan uit één of meer werkwoorden bestaan.
72. Laat de resultaten van jouw toets door jouw leerkracht nakijken.
Einde deel 3 (laatste deel)
Wanneer jouw eindscore hoger is dan 85%, beheers je deze stof voldoende. Gefeliciteerd!
Is de score lager dan 85%, dan zul je nog meer uitleg en oefeningen krijgen bij jouw leerkracht.