Wat is nu een werkwoordelijk
gezegde? Allereerst is het belangrijk te weten wat een werkwoord is:
Werkwoorden zijn woorden, die een handeling aangeven, iets wat personen doen
Voorbeeld:
fietsen,
denken, schrikken
Werkwoorden zeggen ook wat
planten, dieren en dingen doen
Voorbeeld:
bloeien,
blaffen, staan
Er zijn ook werkwoorden, die een
andere functie hebben (hulpwerkwoorden)
Voorbeeld:
zijn, worden, hebben
Deze woorden gebruiken we in
combinatie met voltooide deelwoorden:
Voorbeeld:
is gekomen,
heeft gebracht, werd geslagen
Hoe vinden we nu in een zin het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde is het deel van de zin (zinsdeel) dat bestaat uit
alle werkwoorden die in de zin staan. Dus de persoonsvorm en alle
werkwoorden die daarbij horen.
Anders gezegd: de persoonsvorm en de werkwoorden die daarbij horen vormen
samen het werkwoordelijk gezegde in de zin.
Voorbeeld:
Abdul heeft een schrift uit het magazijn gehaald.
In deze zin staan twee werkwoorden: de persoonsvorm
heeft
en het voltooid deelwoord
gehaald.
Samen zeggen ze wat er gedaan is in de zin:
heeft gehaald.
Dit zinsdeel wordt het werkwoordelijk gezegde genoemd.
Nog een paar voorbeelden:
Jari zocht in de encyclopedie informatie over schelpen.
Jari heeft in de encyclopedie informatie gezocht over
schelpen.
Jari is in de encyclopedie informatie gaan zoeken over
schelpen.
Maak nu de oefeningen van deel 3. Klik
hier
!!!
|