Zelfstandige naamwoorden zijn namen van mensen, dieren, planten en dingen.
 

Voorbeelden:
De man fietst naar de fabriek.

Het paard trekt de kar.
De asters bloeien mooi.

Een huis bouwt men op een fundament.

De schuin gedrukte woorden zijn dus zelfstandige naamwoorden.
 

Voor een zelfstandig naamwoord kun je zetten:

de

het

een

We noemen de het een lidwoorden.

de

het

zijn bepaalde lidwoorden (Iw(b))

een

is een onbepaald lidwoord (Iw(o))

Maak nu oefening 1